Column: Rib's kijk op voetbalzaken!
- William Puyk
- 3 okt
- 2 minuten om te lezen
Grensrechters: hondenbaan of held?
Zonder grensrechters is het amateurvoetbal misschien iets rustiger: minder gezeur, minder opstootjes en meer zuivere speltijd. Maar laten we eerlijk zijn: die vlaggetjes zorgen ook voor een groot deel van de charme van onze hobby, waar moeten we anders na afloop over zeuren of onze tekortkomingen in de schoenen schuiven van de grens.
Op de eerste plaats verdienen ze een dikke pluim, want een grensrechter in de amateurvoetbalwereld? Dat is waarschijnlijk de grootste “hondenbaan” die er bestaat. Ze staan altijd onder vuur en worden nooit gewaardeerd.
Ja, ik heb ze ook vervloekt in mijn tijd als trainer en speler. En ja, soms stonden de haren recht overeind als ik dacht aan die ene wedstrijd in Amersfoort, waar onze club door de tegenpartij werd genaaid door hun clubgrensrechter. En alsof dat nog niet genoeg was, liep hij triomfantelijk in de kantine rond alsof hij de Champions League had gewonnen. Pff… hij bleef de hele middag in zijn tenue rondparaderen.
Maar goed, respect voor deze mensen is op zijn plaats. Want het is onmogelijk om het goed te doen. Zit je ernaast, dan krijg je van de tegenpartij alles over je heen of van je eigen club te horen dat je had moeten vlaggen.
Eigen grensrechters? Die heb ik altijd beschermd. Gingen mijn spelers lopen zeuren, dan wisselde ik ze gewoon en mocht de klager zelf vlaggen.
En dan dat vlaggetje zelf… soms lijkt het wel magisch. Zelfs als een aanvaller nog in de kleedkamer staat, gaat het vlaggetje omhoog: “Buitenspel, scheids!” Sommige grensrechters hebben geen pokerface en vlaggen alsof ze zaterdagavond hun club naar de overwinning moeten schreeuwen.
Is voetbal zonder grensrechters een oplossing? Misschien. Geen gezeur, snellere beslissingen en minder kleine onderbrekingen. Marco van Basten ziet er wel wat in: zonder buitenspel kan het veld groter worden, meer tijd en ruimte voor spelers en minder rommelvoetbal door constant afjagen. Maar eerlijk: die kleine ergernissen maken het amateurvoetbal ook mooi.
En ja, het blijft een hondenbaan. Te weinig mensen willen het doen, clubs moeten soms betalen en vaak is het vrijwilligerswerk waar je als pispaal eindigt.
Maar er is altijd een uitzonderingen. Eén grensrechter herinner ik me nog levendig: slim, eerlijk, beter bekend met de regels dan de scheids, en zelfs multitasker genoeg om tussendoor nog Tinder-afspraken te regelen tijdens de wedstrijd. Die man had de hele wedstrijd onder controle en liet zowel spelers als scheids lachen. De meesten weten wel over wie ik het heb… maar zijn naam blijft een mysterie voor de rest van de wereld.
Kortom: de man-met-de-vlag, een bron van frustratie én charme. Zonder hem zou het spel rustiger zijn, maar ook een stuk saaier. En eerlijk: wie moeten we anders de schuld gaan geven?
Rib




Opmerkingen