Fit, gedreven en 78 jaar: scheidsrechter Chloé Claessens stopt nog lang niet
- Charley Vrakking
- 30 nov
- 4 minuten om te lezen
Interview met Chloé Claessens – 78 jaar, scheidsrechter in hart en nieren.
55 jaar met de fluit, nog altijd iedere week op de velden.
Waar bent u begonnen met voetballen en heeft u altijd in de jeugd bij dezelfde club gespeeld?
Ik ben begonnen bij DWSV. Vroeger mocht je pas met voetballen beginnen als je tien jaar oud was. Door een verhuizing kwam ik later in Gouda terecht, waar ik bij vv Gouda heb gespeeld.
Bij welke club maakte u uw seniorendebuut en hoe lang bent u actief gebleven als speler?
Mijn seniorendebuut maakte ik bij SV Saestum in Zeist. Daar heb ik uiteindelijk gevoetbald tot mijn 50e, ook in lagere elftallen.
En bij welke club bent u uiteindelijk gestopt?
Bij SV Saestum in Zeist. Ik ben daar altijd lid gebleven.

U fluit al 55 jaar wedstrijden. Kunt u zich uw eerste jaren als scheidsrechter nog herinneren? Wat motiveerde u om te beginnen?
Ik ben destijds in Utrecht gewoon een scheidsrechterscursus gaan volgen. Er waren altijd te weinig scheidsrechters, dat viel me op. Het leek me leuk om te fluiten en zo ben ik erin gerold.
Hoe begon uw avontuur als scheidsrechter? Werd u gevraagd of meldde u zichzelf aan?
Ik heb mezelf aangemeld. Later vroegen onbekenden me bij wedstrijden om me vooral aan te melden bij de KNVB en zo is het eigenlijk allemaal begonnen.
Floot u eerst jeugdwedstrijden of ging u meteen senioren fluiten?
Bij de club floot ik vooral jeugdwedstrijden. Bij de KNVB ben ik vervolgens senioren gaan fluiten.
U haalde uw diploma in 1970. Hoe zag het examen er destijds uit?
Alles ging toen nog schriftelijk en mondeling. Van computers was geen sprake.

In welke klasse begon u en wat was uw hoogste niveau?
Ik begon in de laagste klasse van de regio Utrecht. Dat was toen nog anders ingedeeld dan nu. Uiteindelijk stroomde ik door naar de 2e klasse KNVB. Vanwege reistijden en afstanden heb ik er bewust voor gekozen een klasse lager te gaan fluiten. Op dit moment fluit ik 3e en 4e klasse zondag, en regelmatig bij 2e elftallen in de reserve hoofdklasse of 1e klasse. Daarnaast haal ik veel plezier uit wedstrijden bij Saestum en FZO op zaterdag, vooral dames en jeugd.
Hoe blijft u fit genoeg om wekelijks te fluiten?
Ik train elke donderdag bij de SVDU in Utrecht. Daarnaast ga ik één keer per week naar de sportschool, op vrijdagochtend: een uurtje trainen en daarna even de sauna in. Bij de SVDU verplichten ze je bovendien om de spelregels bij te houden en organiseren ze leuke activiteiten. Dat houdt je scherp.
Helpt uw ervaring als voetballer u als scheidsrechter?
Ja, zeker. Je kunt je beter inleven in spelers. Door ervaring weet je wat wel en niet kan. Ik heb gelukkig weinig problemen, en respect over en weer helpt altijd.
Uw gezin lijkt actief in het voetbal. Is het een familiepassie geworden?
Van huis uit kreeg ik het helaas niet mee. Mijn ouders hadden een Chinees restaurant en werkten vaak zestig uur per week. Mijn zoons Remco en Ramon heb ik wel altijd gestimuleerd om te gaan voetballen. En nu zijn mijn kleinzoons Jesper en Tom ook weer actief op het veld. Dat maakt het extra leuk.
Bent u nog betrokken bij een club en wat doet u daar?
Ik ben nog steeds actief bij Saestum in Zeist en doe daar vrijwilligerswerk. Op zaterdag fluit ik er ook regelmatig. Daarnaast zit ik op zaterdag bij de staf van FZO, waar ik samen met Jan de materialen en kleding voor het eerste elftal regel. Remco is al jaren trainer, dus dat maakt het extra gezellig.

Doet u buiten het voetbal nog vrijwilligerswerk?
Ja, ik help in verzorgingshuis Bovenwegen in Zeist.
Wat vindt uw omgeving ervan dat u op uw 78e nog fluit?
Meestal reageren mensen positief. Mijn zoons zeggen weleens: “Kijk je een beetje uit, pa?” Zolang het gaat, blijf ik het doen. En als het niet meer lukt, stop ik gewoon. Er zijn genoeg andere leuke dingen.
De maatschappij lijkt harder te worden. Ziet u dat terug op de velden?
Er wordt tegenwoordig meer geroepen en alles wordt gefilmd. Als er iets gebeurt, pakt men sneller de telefoon dan dat men probeert te sussen. Dat is misschien het grootste verschil. Maar verder moet je als scheidsrechter niet overal op reageren. Goede afspraken vooraf helpen veel. En soms gewoon even niets willen horen.
Was er vroeger meer respect? En hoe houdt u de controle op het veld?
Vroeger gebeurde er ook van alles. Dat is eigenlijk niet veranderd. Nu kun je alleen alles terugzien op internet. Ik doe mijn best om respect te krijgen, maar ook ik moet soms optreden. Dat hoort erbij. Je moet niet elk woord oppakken, dat vinden spelers vaak het prettigst.

Heeft u wel eens nare situaties meegemaakt?
Ja, natuurlijk. Soms vechtpartijen of problemen langs het veld. Dan neem ik afstand, kijk rustig wie de hoofdrolspelers zijn. Als het echt niet meer te sussen is, fluit ik af, ga douchen en is het klaar. Daarna maak ik op advies van collega’s of een rapporteur een rapport – en dan gaan we weer verder.
Heeft u een tip voor jonge scheidsrechters?
Vooral plezier houden in het fluiten. Niet te snel willen promoveren; geduld is belangrijk. Jonge talenten komen vanzelf in talentenpools terecht. De KNVB doet zijn best, maar mag wat mij betreft nog meer investeren in begeleiding. Kijk veel bij collega’s, train samen en maak veel meters.
Wat houdt u gemotiveerd om op deze leeftijd nog steeds te fluiten?
Lekker fit blijven. Als ik het niet meer kan belopen, stop ik. Maar dan ga ik nog steeds met plezier op zaterdag bij mijn clubs fluiten.



Opmerkingen